woensdag 9 april 2014

Van bloemen en mensen...




Elke werkdag begint voor mij met rust en het  kijken naar mooie dingen. Zonder schuldgevoel trek ik er tijd voor uit. Het is mijn soort van meditatie. Mijn ziel en lijf hebben het nog steeds zwaar met de onrust en de druk uit het verleden, die ik maar ternauwernood kon bolwerken.
q
Jeder Arbeitstag fängt für mich immer an mit Ruhe und schönen Bildern. Ohne Schuldgefühl nehme ich mir dafür Zeit. Es ist meine Art von Meditation. Meine Seele und mein Körper leiden noch immer unter Unruhe und  Druck aus der Vergangenheit, die ich kaum bewältigen konnte.





Voor het eerst bloeit de Camelia in onze tuin uitbundig. Ik heb haar als heel klein plantje gekocht en steeds geduldig op bloemen gewacht, om de knoppen twee jaar achter elkaar, in strenge nachtvorst, te laten verschrompelen. Dit jaar was ik zeer op mijn hoede, met noppenfolie binnen handbereik, maar het voorjaar kwam met zachtheid en nieuwe kansen.
q
Zum ersten Mal blüht die Camelia in unserem Garten ausgelassen. Ich habe sie als kleines Pflänzchen gekauft und habe immer geduldig auf Blumen gewartet, worauf die Knospen zwei Jahre hintereinander, in strengem Nachtfrost, verschrumpelten. Dieses Jahr war ich gut vorbereitet und hatte die Noppenfolie in Reichweite, aber der Frühling kam mit milden Temperaturen und neuen Chancen.





In de bosjes vlakbij ons huis ontdekte ik twee dagen geleden een sleutelbloem. Vroeger plukte ik deze bloemen vaak samen met mijn ouders in de bossen uit mijn kindertijd. Van mijn moeder mochten alleen bloemensoorten geplukt worden, voor welke nog een kortstondig leven in een vaasje mogelijk was. Exemplaren, die een leven in ballingschap niet aan konden moest je met rust laten. En dat was goed zo.
q
Im Gebüsch hinter unserem Haus entdeckte ich vor zwei Tagen eine Schlüsselblume. Früher pflückte ich diese Blumen oft, zusammen mit meinen Eltern, in den Wäldern aus meiner Kinderzeit. Meine Mutter erlaubte mir nur die Blumenarten zu pflücken, denen noch ein kurzes Weiterleben in einer Vase möglich war. Alle Exemplare, die ein Leben im Exil nicht ertragen konnten, mußte man in Ruhe lassen. Und das war gut so.